Ik lees op veel sites van advocatenkantoren dat het zou mogelijk zijn om via een verzoek tot ambtshalve ontheffing betreffende de inkomstenjaren 2017, 2018 en 2019 de teveel ingehouden Belgische roerende voorheffing op Franse dividenden te recupereren.

Naar aanleiding van het arrest van het Hof van Cassatie van 15 oktober 2020 zou de Belgische fiscus er zich hebben bij neergelegd dat een particuliere belastingplichtige recht heeft op de verrekening van 15 % FBB op Franse dividenden. Dit zou betekenen dat men de helft van de ingehouden Belgische roerende voorheffing kan recupereren op Franse dividenden.

Volgens Netto kan dit door een verzoekschrift in te dienen tot ontheffing van ambtswege. Men zou tot vijf jaar kunnen teruggaan in de tijd: "door het verzoekschrift in 2021 in te dienen, kunt u de verrekening vragen voor belastingen die ingevorderd – officieel ingekohierd – zijn vanaf het inkomstenjaar 2017":

https://www.tijd.be/netto/belastingen/u ... 06779.html
https://www.moore.be/nl/nieuws/franse-d ... -belgische
https://www.puilaetco.be/nl-be/articles ... de-ministe
https://www.tiberghien.com/nl/1744/wat- ... -in-belgie
https://www.jubel.be/franse-dividenden- ... er-belast/

Uit het antwoord van de Minister op een parlementaire vraag 227 blijkt echter dat de kans eerder klein is dat via een ambtshalve ontheffing een terugbetaling van Belgische RV op Franse dividenden zal kunnen bekomen worden.

"Vraag 227 van 11 februari 2021 van de heer Scourneau Vr. en Antw., Kamer, 55, nr. 043, blz. 172-174 "Terugbetaling van een deel van de dubbele belasting op Franse dividenden"[/b]

Parlementaire vraag:

Met betrekking tot de dubbele belasting op dividenden uit Franse bron hebt u in de krant L'Echo van 20 januari 2021 verklaard dat de belastingadministratie voortaan zou aanvaarden dat een deel van de Franse belasting in de Belgische roerende voorheffing verrekend wordt, zoals het Hof van Cassatie in een arrest van 15 oktober jongstleden gewezen heeft. Met betrekking tot de terugbetaling van de dividenden die de Staat de afgelopen vijf jaar geïnd heeft, bevestigt u dat die op grond van de ambtshalve ontheffing het voorwerp kunnen uitmaken van een terugbetaling.

1) Geldt de verlaagde belasting ook voor andere inkomsten, zoals inkomsten uit obligaties, fondsen of Franse spaarrekeningen?
2) Hoe staat het met de dividenden uit andere landen die door een verdrag met België
verbonden zijn, waaronder de verdragen die in een identiek mechanisme voorzien?

Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding van 16 maart 2021

"Graag zou ik eerst volgende verduidelijkingen willen geven. Naar aanleiding van de uitspraak van het Hof van Cassatie op 15 oktober laatstleden, zal inderdaad een forfaitair gedeelte van buitenlandse belastingen verrekend worden met de Belgische belasting. Dit gedeelte komt overeen met de dividenden uit Franse bron die naar behoren ingevuld werden in de aangifte in de personenbelasting. Met andere woorden, een belastingplichtige die, vanwege het bevrijdend karakter van de in België geheven bronbelasting op zijn dividenden, gekozen heeft om die niet aan te geven, zal nooit genieten van deze verrekening.

Er moet ook worden aangestipt dat de Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting tussen België en Frankrijk, afgesloten op 10 maart 1964, uitdrukkelijk aan beide Staten toestaat om hun respectieve belastingen te heffen op een zelfde dividend, zodat geen van beide Staten exclusieve heffingsbevoegdheid heeft op dit inkomen.

Bovendien voorziet het verdrag enkel de aftrek van een forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting op de verschuldigde belasting in België, en niet de verrekening, op de Belgische roerende voorheffing, van de bronheffing toegepast in Frankrijk.

Bij gebreke van dubbel gebruik en overschot van voorheffing, kan er dan ook geen sprake zijn van een terugbetaling gebaseerd op de procedure van ontheffing van ambtswege. Het feit dat de administratie voldoet aan de uitspraak van het Hooggerechtshof levert evenmin een nieuw feit dat recht zou kunnen geven op genoemde procedure.

Voor al deze redenen kan het voordeel van de verrekening van het forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting op een belasting die al geheven is, enkel worden verkregen door middel van een bezwaar dat geldig wordt ingediend binnen een termijn van zes maanden als voorzien door het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

Conclusie

Ik heb de indruk dat de kans klein is dat via een ambtshalve ontheffing Belgische RV zal kunnen teruggevorderd worden op Franse dividenden.

Heeft er al iemand een ambtshalve ontheffing gedaan in dit kader waarbij de fiscus toch een positief antwoord heeft gegeven waarbij zal overgegaan worden tot de terugbetaling van Belgische roerende voorheffing?

u kan die vraag misschien ook eens stellen op www. juridischforum.be

Op basis van wat ik heb begrepen is het voor de jaren 2019 en vroeger quasi onmogelijk. Maar wel voor het jaar 2020. Ik heb in functie hiervan mijn Belgische rv op Franse dividenden in mijn belastingaangifte aangegeven. Moesten ze een fout maken of de helft van de reeds betaalde RV niet terugbetalen, dan ga ik in bezwaar als de inkohiering van mijn aangifte is gebeurd.

Momenteel is het allemaal erg onduidelijk wat mogelijk is? Het zal voorlopig vooral aftasten en experimenteren zijn zeker?

Bedankt ! Het is inderdaad zeer onduidelijk. Dat is bewust uiteraard, want ze hopen dat zo weinig mogelijk Belgen de teveel betaalde Belgische RV zouden gaan recupereren...

Het is mij zelfs niet volledig duidelijk hoe je voor 2020 de Franse dividenden moet aangeven op een wijze waarbij je meteen de teveel betaalde Belgische RV recupereert via de aangifte en dus als je de belasting berekent effectief ziet dat je meer recupereert.

Loyens & Loeff stelt het volgende:


"Voor de dividenden ontvangen in 2020 zou het mogelijk moeten zijn om een teruggave te verkrijgen van het teveel aan Belgische roerende voorheffing door middel van uw aangifte in de personenbelasting over aanslagjaar 2021.

Daartoe zullen de Franse dividenden (met inbegrip van de Belgische roerende voorheffing van 30%) moeten worden aangegeven in code 160-04 (Vak VII, rubriek A).

Het is vervolgens noodzakelijk om in vak VII, rubriek F het land (Frankrijk), de code (160-04), het bedrag van de dividenden (met inbegrip van de Belgische roerende voorheffing van 30%) en de aard van de inkomsten (dividenden) te vermelden."

De teruggave van de te veel ingehouden voorheffing zal via het aanslagbiljet gebeuren:
https://www.loyensloeff.com/be/nl/nieuw ... en-n21984/

Op Lexgo stelt men dat men bij code 1444-11/2444-78 (Vak VII, A.2.b.1) het nettobedrag van de dividenden moet ingeven (na inhouding van de Franse RV).

https://www.lexgo.be/nl/artikels/fiscaa ... 42823.html

Wat Lexgo schrijft, lijkt mij niet juist te zijn, want dit vermindert het terug te vorderen bedrag (of verhoogt het te betalen bedrag aan personenbelasting). Code 1444 valt immers onder de "verplicht aan te geven inkomsten". Het gaat echter niet om verplicht aan te geven inkomsten.

Wat Loyens schrijft, heeft geen impact op de terug te vorderen personenbelasting...

Geen van de beide resulteert effectief in een hoger terug te vorderen belastingbedrag ten belopen van 50% van de Belgische RV op de Franse dividenden.

Impliceert dit dan dat er sowieso een bezwaar moet ingediend worden om de gedeeltelijke terugvordering te verkrijgen van de Belgische RV op de Franse dividenden van 2020 ?

Dit kan toch niet de bedoeling zijn. De impact van het invullen van die codes zou toch meteen moeten resulteren in een hoger terug te vordering bedrag aan personenbelasting (naar analogie met de 240 EUR roerende voorheffing op Belgische dividenden)?

Ik heb in mijn aangifte ergens in rubriek 7 de brutodividend ingegeven na aftrek van de Franse RV.

Ik denk dat het deze rubriek was:

Daartoe zullen de Franse dividenden (met inbegrip van de Belgische roerende voorheffing van 30%) moeten worden aangegeven in code 160-04 (Vak VII, rubriek A).

Ik had het aangegeven in de rubriek met RV 30 %.

Het kan gebeuren dat ik het misschien niet volledig correct heb ingegeven maar ik kan mijn aangifte niet meer wijzigen. Nu al zitten prutsen en dus 1 aanpassing gedaan.

Ik heb wel mijn uitreksels van Binck waarop de RV van toepassing is, erbijgevoegd en in commentaar een bondige uitleg gedaan. Dus als ze een beetje moeite doen, moet het simpel zijn. Ze kunnen immers alles nakijken! En indien ze het niet nakijken, hoe kunnen ze anders weten of alles klopt? In de opmerking zit volgens mij het antwoord. Of vergis ik me?

En anders moeilijk doen en in bezwaar gaan na inkohiering. Dat is momenteel mijn strategie bij gebrek aan duidelijkheid.

Ik zie nu ook dat bij de belastingberekening het volgende wordt vermeld:

"Het berekeningsprogramma houdt geen rekening met het bijzondere aanslagstelsel met betrekking tot de forfaitaire buitenlandse belasting op dividenden en interesten van Franse oorsprong. Daar zal wel rekening mee gehouden worden op het aanslagbiljet."

Dus ik ga de Franse brutodividenden invullen in code 1160, maar ook vermelden onder punt F "INKOMSTEN WAAROP EEN BIJZONDER AANSLAGSTELSEL VAN TOEPASSING IS" - Frankrijk - 1160 - bedrag en aard "Dividenden".
Bovendien zal effectief een commentaar vereist zijn en de uittreksels met de Franse dividenden worden best ook toegevoegd in bijlage.

Die commentaar van de Fod Fin had ik ook gezien. Uiteindelijk zullen ze wel weten hoe ze moeten controleren en wat ze moeten doen zeker?

Moest je je inkohiering krijgen, laat iets weten op dit forum hé! Ik zal het ook trachten te doen. Zo kunnen we elkaar wat op de hoogte houden.

OK, zal ik doen ! Ik ben benieuwd.

Het is de eerste keer dat ik een aangifte ga indienen waarbij het verwachte aanslagbiljet in beginsel dan een hoger terug te vorderen bedrag zou vermelden dan hetgeen ik nu uitkom met het berekeningsprogramma.

Efficiënt kan je het moeilijk noemen. Voor hetzelfde geld hadden ze gewoon een vak voorzien waarin je de RV gewoon meteen kunt terugvorderen.

"de Franse dividenden (met inbegrip van de Belgische roerende voorheffing van 30%)"

Is dat niet het netto ontvangen bedrag na afhouding van de Franse bronbelasting én de Belgische roerende voorheffing?

Jullie geven beiden het bedrag aan na aftrek van alleen de Franse bronbelasting?

Het is helaas ook op dat vlak niet echt duidelijk.

- Puilaetco stelt dat het te vermelden bedrag het bedrag "netto aan de grens" is.
https://www.puilaetco.be/nl-be/articles ... de-ministe
Dit zou dus betekenen het bedrag na de Franse, maar voor inhouding van Belgische RV.

- Zowel Netto, als Loyens & Loeff, spreken over het bedrag (inclusief de Belgische roerende voorheffing).
https://www.tijd.be/netto/belastingen/u ... 06779.html
https://www.loyensloeff.com/be/nl/nieuw ... nderworpen.
Dit zou dan inderdaad het nettobedrag zijn na Franse en na Belgische RV.

Ook Dierickx Leys spreekt ook over de Franse netto ontvangen dividenden.

"Terugbetaling belastingkrediet voor Franse dividenden
Indien u in de loop van 2020 dividenden heeft ontvangen van Franse aandelen, heeft u de mogelijkheid om 15% van deze netto dividenden via uw aangifte personenbelasting terug te vorderen. Een uitgebreide toelichting vindt u in onze Flash van februari. Om de terugbetaling te ontvangen van de dividenden van Franse aandelen die u via uw effectenrekening heeft ontvangen, dient u in vak VII, onder de code 1160 / 2160 het bedrag aan Franse netto ontvangen dividenden in te vullen alsook dient u de dividenden te vermelden in vak VII, onder rubriek F (inkomsten waarop een bijzonder aanslagstelsel van toepassing is). "

https://www.dierickxleys.be/nl/nieuwe-a ... iek%20F%20(inkomsten%20waarop%20een

VGD en BloomLaw hebben het dan weer over "netto aan de grens":
https://blogbe.vgd.eu/nl/optimaal-behee ... dividenden
https://bloom-law.be/nl/blog/news/2021- ... beleggers/

Bij Beurswijzer stelt dan weer letterlijk "het bedrag na inhouding van Franse bronheffing"
https://www.beurswijzer.com/artikel/10306277

Kortom, het is wachten op een circulaire. Het is al maar de vraag of die er tijdig komt...
https://www.kpmglaw.be/news/posts/2021/ ... aling-aan/

Verder heb ik een recent artikel gevonden van Tiberghien waaruit blijkt dat de fiscus in beroep gaat tegen het arrest van het Hof van Beroep te Gent. En dus zal de fiscus waarschijnlijk geen gehoor geven aan een ambtshalve ontheffing betreffende 2017, 2018 en 2019 indien de Franse dividenden niet in de personenbelastingaangifte werden opgenomen.

De meeste mensen vallen dus voorlopig uit de boot.
Enkel die beleggers die elk jaar bezwaar hebben ingediend tegen hun aangiftes en/of de Franse dividenden toch hebben aangegeven (ondanks de bevrijdende RV) zullen dus misschien een toepassing van FBB verkrijgen.

https://www.tiberghien.com/nl/3060/fbb- ... heepsrecht

Het is wel zeer spijtig dat de overheid op deze wijze handelt en dit soort van procedurele spelletjes speelt om toch maar geen RV te moeten terugbetalen.

Hieronder nog een interessant artikel uit de Fiscoloog:

Auteur(s): Jan Van Dyck
Editie: 1695 p. 4
Publicatiedatum: 24 maart 2021

Franse dividenden : Administratie legt zich neer bij cassatierechtspraak

In antwoord op een parlementaire vraag heeft de minister van Financiën bevestigd dat zijn Administratie zich neerlegt bij de visie van het Hof van Cassatie dat particuliere beleggers wel degelijk recht hebben op de verrekening van het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (FBB) met de Belgische belasting die wordt geheven over hun dividenden uit een Franse bron (Vr. en Antw. Kamer 2020-21, nr. 55-036, 201). Maar daarmee zijn nog lang niet alle problemen van de baan.

Cassatie en FBB

Op dividenden die in België residerende particulieren ontvangen vanuit een Franse bron, wordt in principe een Franse bronheffing ingehouden die (op basis van het dubbelbelastingverdrag) 15 % bedraagt. Op het saldo wordt vervolgens ook nog eens Belgische roerende voorheffing (RV) ingehouden van (vandaag) 30 %. Door deze dubbele belasting schiet er van een brutodividend van 100 geen 60 over.

Deze dubbele belasting is, wat Franse dividenden betreft, nochtans geen evidentie. Het Frans-Belgisch dubbelbelastingverdrag bevat immers een bepaling die ten aanzien van Franse dividenden uitdrukkelijk in de verrekening voorziet van een zogenaamd 'forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting' (het fameuze FBB). Volgens het verdrag geldt de verrekening van dit FBB evenwel slechts "onder de door de Belgische wetgeving vastgestelde voorwaarden". Daaruit volgt dat particulieren op het eerste gezicht geen recht hebben op het FBB. De Belgische wetgever heeft immers de verrekening van het FBB met de Belgische belasting die particulieren op hun buitenlandse dividenden verschuldigd zijn, al enkele decennia geleden afgeschaft.

Het verdrag zegt echter niet enkel dat de verrekening van het FBB slechts geldt onder de door de Belgische wetgeving bepaalde voorwaarden; het voegt daar aan toe, dat het FBB "nooit minder dan 15 %" mag belopen van het nettobedrag van het Franse dividend (na aftrek van de Franse bronheffing; art. 19.1.1., lid 2 van het verdrag).

Het Hof van Cassatie heeft zich al bij herhaling op deze laatste bepaling uit het verdrag gebaseerd, om te oordelen dat ook een particuliere belegger recht heeft op de verrekening van 15 % FBB op de dividenden die hij uit een Franse bron verkrijgt. Dit gebeurde, onder meer, in een arrest van 15 oktober 2020 (Fisc., nr. 1678 , p. 12). En het Hof bevestigde zijn zienswijze inmiddels nog eens in een arrest van 25 februari 2021.

Op basis van deze cassatierechtspraak moet dus een krediet van 15 % van het netto uit Franse bron verkregen dividend verrekend kunnen worden met de (vandaag) 30 % Belgische belasting op het dividend. Het resultaat is dat de Belgische belasting (tegen de huidige tarieven) beperkt moet blijven tot (30 % RV - 15 % FBB =) 15 %.

Ondervraagd naar de gevolgen van deze cassatierechtspraak, en meer in het bijzonder van het arrest van 15 oktober 2020, heeft de minister van Financiën nu bevestigd dat zijn Administratie zich bij deze zienswijze neerlegt. Particulieren hebben dus recht op de verrekening van 15 % FBB met de Belgische belasting die op hun dividenden uit Franse bron drukt (in de veronderstelling dat die dividenden de Franse bronbelasting ondergaan hebben).

Geen bevrijdende RV

Het ministerieel antwoord is zonder meer goed nieuws voor belastingplichtigen die in het verleden hun Franse dividenden aangegeven hebben in hun aangifte in de personenbelasting, en vervolgens bezwaar hebben aangetekend (of een ontheffing van ambtswege hebben gevraagd) wegens de niet-toepassing van de verrekening van het FBB. Hun bezwaarschriften (of aanvragen voor ontheffing) kunnen conform het nieuwe standpunt worden ingewilligd. Betwistingen die inmiddels nog voor de hoven en rechtbanken hangende zijn, kunnen in dezelfde zin opgelost worden.

In zijn antwoord heeft de minister van Financiën ook gepreciseerd hoe Franse dividenden, met het oog op de verrekening van het FBB, in de aangifte in de personenbelasting opgenomen moeten worden. Volgens de minister moeten zij vermeld worden in "rubriek F" van "vak VII - Inkomsten van kapitalen en roerende goederen".

Wel bevrijdende RV

Het geval waarin de Franse dividenden niet op het aangifteformulier in de personenbelasting zijn vermeld, is een ander paar mouwen. Dividenden die de (Belgische) roerende voorheffing (RV) hebben ondergaan, hoeven niet op het aangifteformulier te worden vermeld. Als men ze niet aangeeft, vallen ze onder het stelsel van de 'bevrijdende RV'. De ingehouden RV wordt dan geacht de eindbelasting te zijn. In het stelsel van de bevrijdende RV komt de ingehouden RV normaal gezien nooit in aanmerking voor terugbetaling.

Wat dan als een particulier Franse dividenden ontvangen heeft, hij ze niet in zijn aangifte in de personenbelasting heeft vermeld (omdat dat niet moest), en hij pas achteraf beseft dat hij daarmee de verrekening van het FBB misloopt ? Kan hij dan alsnog de verrekening (inclusief terugbetaling van de overbelasting) vragen via een bezwaar of een verzoek tot ambtshalve ontheffing ? Het antwoord van de minister van Financiën gaat hier niet op in. Het was hem ook niet gevraagd. Bijgevolg blijft op dit punt onzekerheid heersen.

Sommige adviseurs-generaal blijken de verrekening immers categoriek te weigeren (met het argument dat de keuze voor de bevrijdende RV onherroepelijk is, en de ingehouden RV in dat stelsel definitief door de Schatkist verworven is).

Ook onder de rechters zijn de meningen verdeeld. Zo oordeelde de rechtbank van eerste aanleg te Gent een aantal maanden geleden nog, dat van een verrekening van het FBB geen sprake kan zijn, als de Franse dividenden niet aan de personenbelasting onderworpen worden omdat zij onder toepassing van het stelsel van de bevrijdende RV niet op het aangifteformulier in de PB werden vermeld (vonnis van 25 mei 2020; Fisconetplus).

Maar zoals al eerder gemeld, is het hof van beroep te Gent een andere mening toegedaan, en moet hoe dan ook voorrang gegeven worden aan de regel uit het Frans-Belgisch dubbelbelastingverdrag die in een verrekening van 15 % voorziet. Het gedeelte van de RV dat op die manier te veel is ingehouden, moet volgens het hof - ook in het stelsel van de bevrijdende RV - teruggegeven worden (Gent 15 december 2020; Fisc., nr. 1684 , p. 1).

(Nog) geen rust

Kortom, het ministerieel antwoord op de voormelde parlementaire vraag is welgekomen nu daaruit blijkt dat de Administratie de zienswijze van het Hof van Cassatie bijtreedt dat ook particulieren recht hebben op de verrekening van het FBB op hun Franse dividenden. Maar de rust op het front van de verrekening van dat FBB is nog lang niet bereikt. (JVD)

BenjaminBuffett schreef: ↑26 mei 2021, 10:56 Het is helaas ook op dat vlak niet echt duidelijk.

Ze lijken toch allemaal hetzelfde te zeggen:
bruto = Franse belastingen + Belgische voorheffing + netto

bedrag_inclusief_de_Belgische _voorheffing is dus: netto + Belgische voorheffing

Ja dat lijkt me ook duidelijk.
Franse RV in mindering, Belgische niet.

Wel dat kan wat mij betreft veel duidelijker geformuleerd worden, vooral het stukje "Inclusief Belgische RV" creëert verwarring, want dat zou je kunnen interpreteren als "na inhouding van Belgische RV".

Dat ze dan gewoon eenvormig zeggen:

nettodividend + Belgische RV
OF anders gezegd: brutodividend na inhouding Franse RV voor inhouding Belgische RV.

Ik heb al in IJ2016 mijn (beperkte) Franse dividenden op proberen aangegeven via rubriek F bijzondere aanslagstelsels.
Ik moest die dividenden toch aangeven wegens ontvangen op buitenlandse rekening zonder afhouding van Belgische RV (27% toen)
Rechterlijke uitspraak was toen net in het nieuws geweest dus ik dacht ik kan maar proberen verlaagd tarief te krijgen.
Ik vulde dus dividend in bij verplicht aan te geven à 27%, en vulde ook rubriek F bijzonder aanslagstelsel in met de gegevens, en een kleine toelichting dat het over dividend van Frans bedrijf ging.

Bij mijn belastingaanslag werd dat evenwel straal genegeerd.
Dividend werd dus gewooon meebelast aan 27% zonder enige uitleg of correctie of wat dan ook.
Ik heb het er toen maar bij gelaten, vermits het over 130€ x 15% = 20€ in mijn nadeel ging.

De volgende jaren was de Belgische R.V. gestegen naar de huidige 30%, waarbij dus Franse dividenden eigenlijk belastbaar zijn aan 15% Belgische R.V. ipv 12% daarvoor.
Ik heb die van dan af ingevuld bij verplicht aan te geven belastbaar à 15%, met niets in rubriek F.
Dat raakt wel probleemloos voorbij de fiscus :-)

BenjaminBuffett schreef: ↑26 mei 2021, 13:57 Wel dat kan wat mij betreft veel duidelijker geformuleerd worden, vooral het stukje "Inclusief Belgische RV" creëert verwarring, want dat zou je kunnen interpreteren als "na inhouding van Belgische RV".

Ja, nederlandse taal wat wazig.
Op zijn engels, before/after tax, is helder.

Maar vergelijk met "inclusief BTW", dat kent iedereen.
Dat betekent absoluut niet "na inhouding BTW".