U moet sneller intresten van spaarrekeningen aangeven dan u denkt

14 juni 2024

Wanneer moet u intresten van spaarboekjes aangeven aan de fiscus? Wellicht veel vlugger dan u denkt.

Intresten op klassieke spaarboekjes zijn dit jaar tot 1.020 euro per persoon vrijgesteld van belastingen. Dat is 40 euro meer dan vorig jaar, toen dat 980 euro was. Daarvoor moet het boekje dan wel voldoen aan enkele voorwaarden zoals het bieden van zowel een basisrente als een getrouwheidspremie.

De bank kijkt elk jaar boekje per boekje of u aan dat bedrag komt. Komt u boven 980 euro (2023) of 1.020 euro (2024), dan wordt op het bedrag boven die limiet roerende voorheffing afgehouden. Die bedraagt 15% op dat bedrag. Had u vorig jaar op een boekje 1.080 euro aan intresten, 100 euro meer dan het vrijgestelde bedrag, dan hield de bank 15 euro belastingen in.

Door de hogere rente zit u sneller aan het vrijgestelde bedrag. Heeft u bijvoorbeeld 50.000 euro op spaarrekeningen staan en krijgt u daarop 2% intrest, dan komt u al aan 1.000 euro rente.

Maar daarmee is de kous niet af. De vrijstelling van 980 euro (2023) of 1.020 euro (2024) per jaar geldt immers niet per boekje, maar per persoon. Dat maakt dat u zelf alle intresten van al uw spaarrekeningen moet samentellen, zelfs al zitten die bij meerdere banken. Komt u dan boven die grens uit, dan moet u het bedrag boven die grens opnemen in uw belastingaangifte. De fiscus zal u dan tegen 15% op dat bedrag belasten.

Ook rekeningen van kinderen

Let wel: u moet niet alleen de rekeningen op uw eigen naam meetellen, maar ook die op gemeenschappelijke naam met uw partner. U moet dan elk de helft van die intresten voor uw rekening nemen bij uw optelwerk, tenzij de spaarrekening bijvoorbeeld voor 60% van u is en voor 40% van uw partner.

En daarmee stopt het nog niet. U moet ook uw deel in de intresten van de spaarrekeningen van uw minderjarige kinderen meetellen. Als u er nog een andere ouder is, moet u dat eveneens voor de helft doen.

De melding op de belastingaangifte moet u doen tegenover codes 1151 (oudste persoon op de aangifte) of 2151 (jongste persoon op de aangifte)

Meer controlemogelijkheden

Heel veel mensen vergeten de spaarintresten aan te geven, maar de fiscus heeft wel meer controlemogelijkheden dan vroeger. Zo zijn de banken verplicht om tweemaal per jaar bij het Centraal Aanspreekpunt van de Nationale Bank een opgave te doen van rekeningnummers, titularissen en de stand van de rekening. En daarin heeft de federale overheidsdienst Financiën inzagerecht.

Nog dit: heeft u ook intresten van buitenlandse spaarrekeningen ontvangen, dan moet u die ook opnemen in uw belastingaangifte. Zij zullen niet tegen 15% worden belast, maar tegen 30%.

Tip: Hier vindt u de spaarrekeningen met de hoogste rentevergoeding