Kleine kaartbetalingen worden goedkoper voor handelaars

20 juli 2023

De kosten die handelaars moeten ophoesten als ze betalingen met een bankkaart aanvaarden, gaan omlaag. Minister van Economie Pierre-Yves Dermagne verlaagt het plafond van de zogenaamde interchange fees.

De ‘interchange fee’ die bij kaartbetalingen wordt aangerekend ten voordele van de kaartuitgever bedraagt sinds 2016 maximaal 5 cent per transactie en maximaal 0,2% van het transactiebedrag. Dat percentage wordt nu gehalveerd tot 0,1%. Dat heeft als gevold dat de kosten voor alle transacties tot 50 euro zullen dalen en voor transacties onder de 25 euro worden gehalveerd.

“De toename van het aantal elektronische transacties levert voor de banken mooie marges en winsten op”, zegt Dermagne. “Dat moet ook worden doorgerekend aan de detailhandel, met name de kleine zelfstandige winkeliers.”

De FOD Economie werkt op vraag van Dermagne ook een vergelijkingstool uit voor elektronische betaaloplossingen om handelaars beter te informeren over de markt en de concurrentie op de markt te stimuleren.

De bankenfederatie Febelfin zegt zeer bezorgd te zijn over de aanpassing. “De interchange fee is een van de drie kostencomponenten van kaartbetalingen. In veel gevallen is het de goedkoopste ervan. De andere zijn de kosten voor de huur of de aankoop van een betaaltoestel en de aansluitingskosten. Een halvering van die maximale kosten van de interchange fee heeft dan een zeer beperkt effect voor de handelaar.” Gemiddeld bedraagt de inchange fee vandaag 0,033 euro.

Volgens Febelfin speelt de beslissing buitenlandse kaartaanbieders in de kaart omdat zij het grensoverschrijdende tarief kunnen aanrekenen en dit ligt bijna altijd hoger dan in België. Een toename van buitenlandse kaarten op de Belgische markt zou dus wel eens zeer negatief kunnen zijn voor lokale handelaren omdat zij dan het tarief aangerekend krijgen dat gehanteerd wordt in het herkomstland van de kaart, heet het.