Lenen voor occasie 3 keer zo duur als voor nieuwe wagen

23 januari 2017

Je kunt beter lenen voor een nieuwe auto dan voor een tweedehandswagen. Gemiddeld ligt de rente voor een occasie drie keer hoger, blijkt uit een vergelijking van Spaargids.be.

Profiteer van het autosalon

Met het autosalon is de jaarlijkse hoogmis van de auto aangebroken. Voor veel consumenten is dat kortingfestival de gelegenheid bij uitstek om een nieuwe wagen te kopen. Vaak komt daar ook een autolening bij kijken. En nog nooit was het zo goedkoop om te lenen voor een auto.

De absolute prijsbeker is Beobank, met een jaarlijks kostenpercentage (JKP) van 0,89% voor wie 15.000 euro leent voor een looptijd van 3 jaar. Dat komt neer op een totale intrest van 206 euro en een maandelijkse aflossing van 422 euro. De andere prijsbrekers zijn KBC en Record Bank, die een JKP bieden van respectievelijk 1,35% en 1,39%.

Let wel: die kostenpercentages gelden voor wie leent voor een nieuwe wagen. De JKP’s liggen opvallend hoger als je een lening aangaat om de aankoop van een tweedehandswagen mee te financieren. In de top tien van goedkoopste leningen bedraagt het gemiddelde JKP voor een nieuwe wagen 1,37%. Voor wagens van twee oud jaar stijgt dat al naar 2,93% om voor wagens ouder dan vijf jaar zelfs te stijgen tot gemiddeld 3,93%. Je betaalt dus al gauw bijna drie keer zo veel intrest voor een occasiewagen dan voor een nieuwe wagen.

De prijsbreker voor leningen voor occasiewagens (ouder dan vijf jaar) is VDK Spaarbank, met een JKP van 3,55%. Dat komt voor een looptijd van drie jaar neer op een totale intrest van 821 euro en een maandelijkse aflossing van 439 euro. De top 3 van goedkoopste leningen binnen dit segment wordt vervolledigd door Crelan (3,62%) en Hello bank! (3,7%).

Op Spaargids.be kunt u overigens zelf de test doen waar u de goedkoopste autolening vindt.

Concurrentie

Maar hoe komt het dat lenen voor een oudere wagen opvallend duurder uitvalt dan voor een nieuw exemplaar? Een rondvraag bij de banken leert dat er verschillende factoren zijn.

Zo ligt het risico op wanbetaling een beetje hoger in het segment van tweedehandswagens dan in de markt van nieuwe wagens. Dat groter risico heeft ook een weerslag op de autoleningen voor occasiewagens.

Daarnaast blijkt ook de behandeling van dossiers voor de aankoop van tweedehandswagens wat intensiever: Er zijn meer kredietaanvragen die worden geweigerd of waar potentiële ontleners al wat vaker pas in tweede instantie meer eigen middelen kunnen voorleggen, waardoor het langer duurt voor de dossiers afgehandeld worden. Ook dat heeft een prijs.

Maar al bij al hebben bovenstaande factoren slechts een heel beperkt aandeel in het renteverschil. De banken verklaren het renteverschil vooral door ‘de commerciële omgeving’. “Op de markt van de nieuwe wagens heeft zich de voorbije jaren een nieuwe speler gevestigd.

Ook autodealers bieden financieringen aan, die vaak gekoppeld zijn aan andere voorwaarden welke voor een terugverdieneffect zorgen. Deze financieringen zorgen voor een heel andere commerciële omgeving dan die voor tweehandswagens”, klinkt het bij KBC. Bij Belfius klinkt het zo: “De concurrentie is vrij groot op de markt voor leningen voor nieuwe auto’s. Kijk maar eens naar de rentevoeten die door autodealers worden gehanteerd.”

Lenen bij de autodealer

De voorbije jaren hebben ook de autodealers zich gestort op de markt voor autoleningen. Koopt u een nieuwe Skoda? Dan kan u lenen aan een rente van 0%. Idem bij Audi (telkens voor een looptijd van maximaal drie jaar weliswaar). En zo zijn er nog tal van automerken die uitpakken met hele lage rentetarieven of zelfs nulrentes.

Uiteraard zijn er niet zelden voorwaarden gekoppeld aan de aantrekkelijke rentetarieven van de autoconstructeurs. Maar het zorgt op de markt van de nieuwe wagens wel voor een moordende concurrentie die banken dwingt om de rentes te verlagen.

Omdat de autodealers nieuwe wagens verkopen, is het vooral in dat segment dat de concurrentie fel woedt. Dat is veel minder in het geval op de markt voor tweedehandswagens, waardoor daar de rentes niet onderhevig zijn aan dezelfde prijzenslag en consumenten dus meer betalen voor een autolening.