Vier miljoen Belgen bouwen aanvullend pensioenkapitaal op

8 november 2021

4.030.000 Belgen bouwen momenteel een aanvullend pensioenkapitaal op in het kader van hun loopbaan als werknemer of zelfstandige. Dat komt overeen met 80% van de beroepsbevolking, zegt toezichthouder FSMA.

Bij werknemers gebeurt de opbouw van het aanvullend pensioenkapitaal doorgaans via een groepsverzekering, die op initiatief van de werkgever of de bedrijfssector wordt aangeboden. De werkgever betaalt er ook de bijdragen voor, al kunnen de werknemers in een aantal gevallen ook een extra storting in hun groepsverzekering doen.

Zelfstandigen moeten zelf voor de opbouw van een aanvullend pensioenkapitaal zorgen. Dat gebeurt doorgaans via het onderschrijven van een Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). Als een zelfstandige een zelfstandige bedrijfsleider is, kan de onderneming voor hem een Individuele Pensioentoezegging (IPT) onderschrijven.

De gemiddelde verworven reserve van wie een aanvullend pensioen opbouwt en de pensioenleeftijd nadert – de leeftijdscategorie van 55 tot 64-jarigen - bedraagt 57.582 euro. Achter dit globale gemiddelde gaan echter grote verschillen schuil. Zo bedraagt de mediaanreserve – dat is het bedrag dat de middelste krijgt als de bedragen van groot naar klein worden gezet - voor de 55-64-jarigen slechts 9.749 euro.

Bij mannen ligt de gemiddelde verworven reserve voor die leeftijdscategorie op 72.826 euro. Dat is een stuk hoger dan bij vrouwen (34.870 euro).

Ook tussen de professionele statuten zijn er grote verschillen qua verworven reserves. Zo beschikt een zelfstandige bedrijfsleider gemiddeld over een pensioenreserve van 85.989 euro, terwijl een aangeslotene bij een sectoraal pensioenplan voor werknemers gemiddeld beschikt over een reserve van 2.577 euro.

Verzekeringsondernemingen beheren ongeveer viervijfde van de pensioenreserves, waarvan ongeveer 80 procent in een tak 21-verzekeringsproduct.