Waarom u best nog schenkt in 2024

Wil u aan uw kinderen geld schenken via een bank- of handgift? Dan doet u dat beter nog in 2024 want vanaf 1 januari 2025 veranderen de voorwaarden. Ook op het vlak van successietarieven zijn er veranderingen op til. 

Wie fysiek of via een overschrijving geld schenkt – een zogenaamde hand- of bankgift – moet die schenking in principe niet laten registreren via de notaris en betaalt er dus geen schenkbelasting op. Tenzij de schenker binnen de zogenaamde ‘verdachte periode’ na de hand- of bankgift overlijdt. Als dat gebeurt, voegt de fiscus de niet-geregistreerde schenking toch aan de erfenis toe om de erfbelasting te berekenen. Tot nu toe bedroeg die ‘verdachte periode’ drie jaar, maar vanaf 1 januari 2025 is dat vijf jaar, voor alle niet-geregistreerde schenkingen vanaf die datum.

Het risico vergroot dus dat wie een bankgift krijgt daar uiteindelijk toch erfbelasting op betaalt. Wat u daaraan kunt doen? Dat is relatief eenvoudig: als u van plan bent een bank- of handgift te doen, regelt u die het best nog voor 1 januari 2025. Voor niet-geregistreerde schenkingen in 2024 blijft de verdachte periode namelijk drie jaar.

Blijkt de verdachte periode geen haalbare kaart? Dan kiest u er beter voor de bank- of handgift wel te registreren bij de notaris en de schenkbelasting neer te tellen. U betaalt dan nog altijd minder dan wanneer u erfbelasting verschuldigd zou zijn.

Welke andere wijzigingen komen eraan?

Tegelijkertijd is de Vlaamse regering van plan om de erfbelasting te veranderen. Zo moet straks niet langer alleen de langstlevende partner geen erfbelasting betalen op een welbepaald deel van de erfenis. Ook erfgenamen in rechte lijn, dus (klein)kinderen en eventuele (groot)ouders, zullen niet meer belast zijn op een eerste schijf van hun erfenis. Op deze maatregelen kunnen we ook al cijfers kleven, maar weet dat dit streefcijfers zijn. Als ze budgettair niet haalbaar blijken, kan de Vlaamse regering ze nog wijzigen.

Zoals het er nu naar uitziet, zal het belastingvrije deel voor roerende goederen (bijvoorbeeld spaargeld) voor de langstlevende partner van 50.000 naar 150.000 euro stijgen. Kinderen en kleinkinderen betalen straks dan weer geen erfbelasting tot 50.000 euro op roerende en/of onroerende goederen zoals een woning. Sowieso verhogen de laagste belastingschijven voor alle types erfgenamen tot 150.000 euro (langstlevende partners: geen erfbelasting tot 150.000 euro, kinderen en kleinkinderen: 3% tot 150.000 euro).

Met andere woorden: vooral op kleine en middelgrote erfenissen zullen u en uw erfgenamen minder erfbelasting moeten betalen, als de plannen van de Vlaamse regering doorgaan. Daarnaast zouden broers en zussen minder zwaar belast worden. Zij betalen straks mogelijk 25% op 75.000 euro en het hoogste tarief van 45% vanaf 150.000 euro.

Vanaf wanneer?

De ‘verdachte periode’ voor niet-geregistreerde schenkingen wijzigt dus al vanaf 1 januari 2025. Maar de vermelde veranderingen op het vlak van de erfbelasting treden pas vanaf 2026 in werking. Dat gebeurt bovendien gefaseerd tot 2029, waarbij stap voor stap elke categorie erfgenamen een gedeeltelijke vermindering op de erfbelasting krijgt. En dus nogmaals: als de begroting het toelaat.

• Wat u over het pensioensparen moet weten
• Kamer bespreekt verhoging roerende voorheffing op intresten uit spaarboekjes
• Bedrijven moeten boete betalen voor foute individuele pensioentoezegging