54 jaar: een cruciale leeftijd voor pensioenspaarders

29 juli 2024

Wil u op een fiscaal interessante manier een extra kapitaal opbouwen tegen het moment dat u met pensioen gaat, dan is het jaar waarin u 54 jaar bent erg belangrijk. En dat op twee vlakken.

U kan aan pensioensparen doen vanaf 18 jaar. De laatste storting kan u dan weer doen in het jaar waarin u 64 bent geworden.

Er zijn twee grote opties: of u kan jaarlijks een storting doen in een pensioenspaarfonds van een bank, waarbij uw geld wordt belegd in een fonds met aandelen, obligaties en andere activa. Of u kan kiezen voor een spaarformule bij een verzekeraar, die u een gewaarborgde basisopbrengst geeft en die jaarlijks nog aangevuld kan worden met een winstdeelneming als de verzekeraar erin slaagt om de stortingen met winst te herbeleggen.

Tip: Hier vindt u de rendementen voor het pensioensparen via een verzekeringsmaatschappij

Het bedrag dat u per jaar spaart, is vrij, al is er wel een maximum van 1.310 euro. Het is ook toegelaten om enkele jaren niet te sparen.

Aan pensioensparen doen, wordt fiscaal aangemoedigd. Wie hoogstens 1.020 euro stort, krijgt een belastingvermindering ten belope van 30% van zijn storting. Wie een bedrag tussen 1.020 euro en 1.310 euro stort, heeft recht op een belastingvermindering van 25%.

Tip: Hier vindt u de rendementen voor het pensioensparen via een bank

Belastingvrije stortingen

Een belangrijk scharnierjaar voor pensioenspaarders is het jaar waarin ze 54 zijn. De minimale looptijd van een pensioenspaarcontract beloopt immers tien jaar. Wie dat contract voor zijn 55ste afsluit, kan zijn pensioenkapitaal vanaf 65 vrij opnemen. Anders is het voor wie pas na zijn 55ste verjaardag start met pensioensparen. Hij zal pas na zijn 65ste verjaardag het pensioensparen zonder penalisering kunnen opnemen. Wie bijvoorbeeld op 57 start, moet dus wachten tot zijn 67ste.

Maar er is meer. Start de pensioenspaarder voor zijn 55ste verjaardag met sparen, dan wordt een eenmalige heffing van 8% geheven op zijn zestigste verjaardag. Die heffing is bevrijdend. Eens ze betaald is, volgt nadien geen bijkomende taxatie. Dat heeft het voordeel dat de pensioenspaarder nog enkele jaren kan storten en genieten van de belastingverminderingen op die stortingen, terwijl hij daar niet meer op belast wordt. Die laatste stortingen worden daardoor ook de meest rendabele.

Bij wie pas na de 55ste verjaardag start met pensioensparen wordt de eenmalige heffing van 8% pas geheven op de tiende verjaardag van het contract. Dat betekent dat de spaarder geen belastingvrije stortingen kan doen.

Individueel plafond

Maar er is nog een tweede reden waarom 54 jaar een scharnierjaar is. Indien u in dat jaar niet het maximumbedrag van het pensioensparen stort, krijgt u voor de komende jaren een individueel plafond toegewezen. U zal dan nog slechts voor het bedrag van dit jaar of het gemiddelde van de effectieve stortingen tussen 50 en 54 jaar mogen intekenen.

Daarbij wordt niet naar de absolute bedragen gekeken, maar naar het percentage van het maximumbedrag dat in dat jaar mag worden gestort. Stort je bijvoorbeeld nu 1.100 euro, dan zal u de komende jaren maar 1.100 euro/1.310 euro of 84% van het plafondbedrag mogen storten.

Stort u de volgende jaren toch meer dan het individuele plafond? Dan wordt dit gezien als een nieuw contract, vanaf de datum van de storting die het plafond overschrijdt. En dus gaat de tienjarige periode op dat moment in.

Doet u bijvoorbeeld een verhoogde storting in het jaar waarin u 57 wordt, dan moet je het spaargeld laten staan tot u 67 bent. Vraagt u het toch vroeger op, dan kunnen uw opvragingen tegen 33% worden belast.

Tip: Er zijn nog andere manieren om op een fiscaalvriendelijke manier een extra pensioenkapitaal aan te leggen. Het langetermijnsparen is er een van.