Hoeveel zet u het best opzij voor een comfortabele oude dag?
Wie dacht volgend jaar op z’n 65ste met pensioen te kunnen gaan … moet nog een jaartje langer aan de slag. Vanaf 2025 verhoogt de wettelijke pensioenleeftijd naar 66 jaar. Een magere troost allicht: dat geeft meer tijd om kapitaal op te bouwen voor uw pensioen. Maar hoeveel hebt u nodig? En minstens even belangrijk: hoe bouwt u dat bedrag op?
Binnenkort is het zover: vanaf 1 januari 2025 stijgt de wettelijke pensioenleeftijd van 65 naar 66 jaar, voor wie tussen 1 januari 1960 en 31 december 1963 geboren is. Voor wie op 1 januari 1964 of later het levenslicht zag, ligt de wettelijke pensioenleeftijd op 67 jaar.
Hoeveel hebt u nodig?
Hoe zorgt u ervoor dat u straks over genoeg geld beschikt, om tijdens uw pensioen comfortabel van het leven te genieten? De gemiddelde levensverwachting bedraagt momenteel ongeveer 82 jaar. Wanneer u volgend jaar op uw 66ste stopt, bent u dus gemiddeld nog 16 jaar gepensioneerd.
Als u 45 jaar hebt gewerkt, krijgt u een volledig wettelijk pensioen. Om een eerste idee te krijgen van hoeveel dat bedraagt, neemt u 60% van uw gemiddelde brutoloon over al die jaren. Tenzij u gehuwd bent met iemand met een heel laag pensioen, dan neemt u 75% van dat gemiddelde brutoloon.
Stel dat u een gemiddeld brutoloon van 3.500 euro hebt en het percentage van 60% geldt, dan houdt u bruto een pensioen over van naar schatting 2.100 euro. Uw inkomen zakt dus, maar u hebt mogelijk ook minder nodig, bijvoorbeeld omdat uw woonlening intussen al is afbetaald.
Laat er ons van uitgaan dat u 80% van uw gemiddelde brutoloon moet overhouden, of 2.800 euro bruto, om comfortabel rond te komen. Dan hebt u elke maand 700 euro extra nodig, bovenop uw pensioen. Of dus 134.400 euro in totaal, als we ervan uitgaan dat u 16 jaar met pensioen blijft. Wordt u negentig jaar, dan hebt u 201.600 euro extra nodig. Haalt u de honderd, dan voorziet u het best 285.600 euro. En beter bouwt u nog meer op, want we houden in onze oefening geen rekening met onvoorziene kosten.
Tip: Zelfstandigen kunnen sparen voor een extra pensioen met een VAPZ.
Extra pensioengeld
Het wettelijk pensioen volstaat niet, dat is wel duidelijk. Een deel van het extra vereiste pensioenbedrag per maand bouwt u mogelijk op via uw werkgever of als zelfstandige (de zogenaamde tweede pensioenpijler). Daarnaast kan u zelf aan pensioensparen doen (de derde pensioenpijler). U stort dan elk jaar geld. Dat kan vanaf uw 18de tot en met het jaar waarin u 64 jaar bent. Doet u dat via een pensioenspaarfonds, dan neemt u het bedrag op als u 60 jaar bent of ouder. Spaart u via een pensioenspaarverzekering, dan krijgt u het opgebouwde kapitaal uitbetaald op de einddatum, meestal uw 65ste verjaardag.
Ondertussen betaalt u elk jaar ook minder belastingen: 30% van het bedrag als u maximaal 1.020 euro stort, 25% van het bedrag als u 1.310 euro stort. Op het eind van de rit betaalt u wel 8% belasting op uw pensioensparen: ofwel wanneer u zestig jaar wordt (16,50% op stortingen van voor 1993), indien u voor uw 55ste met pensioensparen begon, ofwel op de tiende verjaardag van uw contract, als u op uw 55ste of later begon.
Beleggen op de beurs
Pensioensparen is een eerste goede stap, vooral voor wie niet vertrouwd is met de beurs. Maar rechtstreeks in aandelen beleggen brengt mogelijk meer op, althans gemiddeld en op de lange termijn bekeken. Aandelen kunnen het namelijk ook een tijdlang niet goed doen.
Beleg er dus op lange termijn in, met geld dat u kan missen. En beleg zeker met een brede spreiding, zo spreidt u het risico. Eventueel belegt u via een tracker die een brede beursindex volgt, dan belegt u vanzelf al gespreid. Die belegging kan u dan verder aanvullen met individuele aandelen of beleggingsfondsen.
Tip: Bij diverse instellingen kunt u een beleggingsplan afsluiten.
- Wat u over het pensioensparen moet weten
- Tien misverstanden over feitelijk samenwonen, wettelijk samenwonen en trouwen
- Argenta heeft meest tevreden klanten
Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.