282, 25623
Contact

Het geld op uw rekening is ook van uw vrouw

Het geld op uw rekening is ook van uw vrouw

Van wie is het geld op uw rekening? Is dat alleen van u of ook van uw partner? En van wie is het geld op een gemeenschappelijke rekening? Is dat van uw beiden? En het geld op de rekening van uw partner? Is dat ook van u? Het antwoord op deze vragen is iets complexer dan wat u op het eerste gezicht zou denken. De eigendom wordt namelijk bepaald door het huwelijksvermogensrecht en niet door de naam op de rekening.

Bent u gehuwd, dan moet u kijken hoe u gehuwd bent. Is dat met een gemeenschap van goederen? Of met een scheiding van goederen? Of met nog een andere regeling die u heeft opgenomen in een huwelijkscontract? Of heeft u geen huwelijkscontract en volgt u dus de regeling die de wetgever voor die gevallen heeft voorzien?

Algemeenheid van goederen

Het eenvoudigste is een huwelijk met algemeenheid van goederen. Alle gelden die u heeft, zijn dan van u beiden, ongeacht op welke rekeningen ze staan. Zowel de gelden op een gemeenschappelijke rekening als op die op de eigen naam van de partners vallen dan in de gemeenschap.

Bij een overlijden komt bijgevolg ook de helft van de sommen op alle rekeningen samen in de nalatenschap terecht, waarop de erfbelasting moet worden betaald.

Scheiding van goederen

In dit stelsel heeft elke echtgenoot een eigen vermogen, dat los staat van het vermogen van de andere partner. Er zijn geen gemeenschappelijke bezittingen. U kunt hoogstens enkele zaken in een zogenaamde onverdeeldheid bezitten. Het aandeel in deze onverdeeldheid behoort dan toe tot het eigen vermogen van beiden.

Dit betekent dat wat u voor het huwelijk had van u blijft. Wat u verdient tijdens het huwelijk blijft ook van u. En krijgt u een erfenis, dan is dat eveneens zo.

Bij een scheiding van goederen zijn de tegoeden op een eigen rekening eigendom van de titularis voor zover u die ‘zuiver’ houdt en ze niet vermengt met inkomsten van uw partner, die u nadien niet meer zou kunnen reconstrueren.

Die op een gemeenschappelijke rekening – bijvoorbeeld om samen dingen aan te kopen – vallen in de onverdeeldheid.

Met een huwelijkscontract

U hoeft niet te kiezen voor een van beide systemen, u kunt zelf ook een opdeling maken volgens uw eigen wensen. U moet dan wel een huwelijkscontract opmaken, waarin die verdeling wordt afgesproken. Om alle problemen uit te sluiten, kunt u dan bijvoorbeeld ook opnemen dat gelden op aparte rekeningen al dan niet van een partner afzonderlijk zijn. Dan is er nadien geen discussie meer over een mogelijke vermenging.

Wettelijk stelsel

Maakt u geen huwelijkscontract en kiest u niet voor een stelsel van gemeenschap van goederen of scheiding van goederen, dan krijgt u automatisch de regeling die in de wet voorzien is. Dit betekent dat er drie vermogens zijn: een eigen vermogen van elke partner en een gemeenschappelijk vermogen.

Tot het eigen vermogen van de betrokkenen behoren de goederen die ze al hadden van voor het huwelijk en de erfenissen die ze tijdens het huwelijk verkregen. In het gemeenschappelijk vermogen komen dan alle aanwinsten die tijdens het huwelijk werden gedaan. Dat betekent onder meer dat alle beroepsinkomsten gemeenschappelijk zijn, ongeacht wie ze heeft verdiend, net als de inkomsten uit de eigen goederen. Had u bijvoorbeeld een eigen woning voor u trouwde of erfde en verhuurt u die, dan behoort die woning tot uw eigen vermogen, maar komen de huurinkomsten ervan in het gemeenschappelijk vermogen terecht. Het maakt daarbij niet uit op welke rekening die inkomsten worden gestort. Wordt uw loon op uw eigen rekening gestort, dan maakt het toch deel uit van het gemeenschappelijk vermogen.

Het geld op een gemeenschappelijke rekening wordt wettelijk vermoed tot het gemeenschappelijk vermogen te behoren. Maar dit vermoeden is weerlegbaar. Dat is bijvoorbeeld van belang als u eigen gelden zou hebben – bijvoorbeeld uit een erfenis – en u die op een gemeenschappelijke rekening stort. Ze kunnen dan vermengd worden met gemeenschappelijk gelden en zo tot het gemeenschappelijk vermogen gaan behoren. Het Hof van Cassatie volgde in 2011 die redenering, maar stelde dat ze slechts geldt voor zover het tegendeel niet wordt bewezen en de gelden nog individualiseerbaar zijn. Daarom kan het aangewezen zijn om de medetitularis een verklaring te laten tekenen als u eigen gelden op een gemeenschappelijke rekening parkeert.

Wie alles zuiver wil houden, houdt de gelden van voor het huwelijk dus best op een aparte rekening waarop hij nadien geen verrichtingen meer doet, tenzij herbeleggingen die volledig afgescheiden blijven. De intresten die hij of zij erop zouden krijgen en gemeenschappelijke inkomsten zijn worden vervolgens best naar een gemeenschappelijke rekening overgeschreven. Op die manier blijft alles indivualiseerbaar en is er geen vermenging van vermogen.

Beheer van de rekening

Het beheer van de rekening staat los van wie eigenaar van de gelden is.

Op een eigen rekening heeft u alleen de titularis de volledige zeggenschap. Wil hij of zij dat ook zijn of haar partner met deze gelden kan omgaan, dan moet hij of zij die daartoe volmacht geven.

Stort uw partner zijn of haar loon op uw rekening, dan beheert u dus het geld, ook al is dat eigendom van beiden (bij algemeenheid van goederen of bij het wettelijk stelsel) of van hem of haar (bij een stelsel van scheiding van goederen).

Echtgenoten die onder het wettelijk stelsel zijn gehuwd, hebben allebei dan weer automatisch volmacht op een gemeenschappelijke rekening. Dat betekent dat ze er alle verrichtingen mee kunnen doen, zonder toestemming van de partner.

Tip: Hier vindt u de spaarrekeningen met de hoogste opbrengst

 

Lees ook:

Andere tips over spaarrekeningen en zichtrekeningen

Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief!

& ontvang tips om te besparen