Kamer bespreekt verhoging roerende voorheffing op intresten uit spaarboekjes

25 november 2024

De Commissie Financiën van de Kamer van Volksvertegenwoordigers bespreekt morgen het wetsvoorstel van de N-VA-parlementsleden Charlotte Verkeyn, Steven Vandeput en Mireille Colson om het belastingtarief op intresten van spaarrekeningen boven de vrijgestelde schijf van 15% naar 30% te verhogen. Het voorstel past in een regeling op de fiscaliteit op inkomsten uit spaargelden te vereenvoudigen. Bovendien komt het tegemoet aan een kritiek vanuit Europa.

Vandaag is de eerste schijf van 1.020 euro aan intresten op spaarboekjes vrijgesteld van roerende voorheffing. Boven dat plafond geldt een tarief van 15%.

Ons land is al enkele keren veroordeeld voor die praktijk. De vrijstelling geldt immers enkel voor spaarboekjes die aan een aantal voorwaarden met basisrente en getrouwheidspremie voldoen. Buitenlandse spaarformules komen daarvoor in de praktijk niet in aanmerking, wat tegen het vrij verkeer van kapitaal in Europa ingaat.

Bovendien zorgt het ervoor dat consumenten sneller voor het spaarboekje kiezen dan voor andere spaar- en beleggingsformules, waarvoor een roerende voorheffing van 30% geldt. Opbrengsten van beleggingen in beleggingsfondsen, obligaties of aandelen worden in principe immers al vanaf de eerste euro belast tegen dat tarief. Voor de eerste schijf van 833 euro aan dividenden kan de belasting wel via de belastingbrief worden teruggevorderd.

De N-VA-parlementsleden willen nu een vereenvoudiging. De vrijstelling van 833 euro op dividenden zou vervallen, net als de eerste schijf van 200 euro van intrest op leningen aan erkende sociale ondernemingen. Zij zouden samen met de intresten van spaarrekeningen in één globale korf komen, waarvan dan de eerste schijf van 1.225 euro wordt vrijgesteld van belastingen.

Daarbij zou ook het tarief van 15% op intresten van spaarrekeningen boven 1.020 euro worden opgetrokken tot 30%.