Contact

Waarom pensioenspaarders al tot 20% van hun spaartegoed verloren zagen gaan

Waarom pensioenspaarders

Heeft u leedvermaak omdat de Brusselse beurs de voorbije drie weken met zowat 34% is gezakt en de 'speculanten' daarmee een flinke buil hebben opgelopen? Besef dan dat de sterke terugval ook zware gevolgen heeft voor de helft van de pensioenspaarders. En dat zijn doorgaans ‘gewone’ mensen. Zij zagen tot 20% van hun gespaard bedrag verloren gaan.

 

Twee opties

Als u aan pensioensparen wil doen, heeft u twee opties: ofwel spaart u een extra pensioenkapitaal bijeen via een pensioenspaarverzekering, ofwel doet u dat via een bancair pensioenspaarfonds. Zowat de helft van de Belgen koos de eerste optie, de andere helft de tweede.

Doet u via een tak21-spaarverzekering aan pensioensparen, dan sloot u een contract met een verzekeringsmaatschappij. Die garandeert u op uw stortingen een basisrente. Daar bovenop kan jaarlijks nog een extra winstdeelneming komen als de verzekeraar de stortingen met winst kan herbeleggen en zijn financiële toestand dat toelaat. Met andere woorden: het ingelegde kapitaal kan in deze formule alleen maar groeien. En dat ongeacht de evoluties van de financiële markten.

Tip: Hier vindt u de rendementen van pensioenspaarverzekeringen

Opteert u daarentegen om aan pensioensparen te doen via een bank, dan worden uw stortingen belegd in een fonds met aandelen en obligaties. De waarde ervan deint dan mee op de golven van de financiële markten. Bij stijgende beurskoersen kunt u (veel) winnen, bij dalende koersen (veel verliezen).

Tip: Hier vindt u de rendementen van pensioenspaarfondsen

 

Zware verliezen

Spaarders met een pensioenspaarfonds die hun rendement over de voorbije weken bekijken, worden niet vrolijk van de evolutie. Wie bij KBC in Pricos aan pensioensparen doet, zag de waarde van zijn spaarpotje sinds Nieuwjaar met liefst 21,27 procent dalen. Bij BNP Paribas B Pension Growth zakte ze 19,77%. En bij Belfius Pension Fund High Equity met 19,18%.

Naar een oorzaak voor de zware terugval moet niet ver worden gezocht. Het zijn de fondsen met de meeste aandelen in portefeuille die de zwaarste klappen krijgen. Zo heeft Pricos zijn vermogen gespreid over 66,66% aandelen, 27,02% obligaties en een restant aan liquiditeiten. De voorbije jaren was dat een gunstige zaak. Tussen 2010 en 2019 kende het fonds maar gedurende twee jaar een verlies, de andere jaren steeg de waarde telkens. Wie tien jaar geleden belegde, heeft ondanks de zware terugval van de voorbije weken nog steeds een gemiddeld rendement van 4,10% per jaar.

Er zijn niettemin ook fondsen die beter hebben standgehouden. Zo viel de waarde bij Argenta Pensioenspaarfonds Defensive slechts 8,60% terug, bij BNP P B Pension Stability bedroeg de malus 9,84%.

Deze fondsen staan bekend als meer defensieve fondsen. Ze bouwen meer zekerheid in. Zo mag het Argenta Pensioenspaarfonds Defensive statutair hoogstens 40% van zijn vermogen in aandelen beleggen. Volgens het jongste beheersverslag was dat in de praktijk zelfs maar 33,8%. 66,1% was belegd in obligaties. De restfractie waren liquide middelen.

De keuze tussen een fonds dat volop in aandelen belegt en een meer defensief fonds kunt u in de loop van uw loopbaan trouwens aanpassen. Aan mensen die dicht bij hun effectieve pensioenleeftijd staan, wordt zelfs vaak aangeraden over te stappen op een defensieve variant zodat zij niet net voor de eindstreep 20% van de waarde van hun pensioenspaarpot in enkele weken verloren zien gaan.

 

Uitbetaling

Hoe zit het nu met de uitbetaling? Ook hier bestaat een verschil tussen een pensioenspaarverzekering en een pensioenspaarfonds.

Een pensioenspaarverzekering heeft een vaste einddatum. Het gaat doorgaans om de dag waarop u 65 jaar wordt. Eens die dag bereikt, zal het gespaarde vermogen worden uitgekeerd.

Een pensioenspaarfonds heeft dan weer geen vaste einddatum. Dat geeft meer flexibiliteit. Het kan worden opgevraagd van zodra de zogenaamde anticipatieve heffing van 8% werd afgehouden. Dat gebeurt op de leeftijd van 60 jaar voor wie voor zijn 55ste verjaardag startte met pensioensparen. Wie later startte, moet wachten tot minstens de tiende verjaardag van het contract.

Meestal wordt aangeraden te wachten tot het jaar waarin de pensioenspaarder 65 wordt. Na het betalen van de anticipatieve heffing mag er verder worden gespaard, waarbij de stortingen nog steeds in aanmerking komen voor de belastingvermindering van 25% of 30% van de gestorte bedragen. Dat maakt het rendement van die stortingen des te groter.

Er is evenwel geen plicht om het kapitaal dat via stortingen in een pensioenspaarfonds werd gevormd op te vragen op 65-jarige leeftijd. Dat biedt nu mogelijkheden. Vindt u dat de beurskoersen te fel zijn gedaald, dan kunt u wachten tot ze wat zijn hersteld. Alleen weet u niet wanneer dit zal gebeuren. Voor hetzelfde geld dalen ze eerst nog wat.

U kunt ook het pensioenspaargeld opnemen vooraleer de anticipatieve heffing wordt afgehouden. Alleen wordt u dan zwaarder belast. U betaalt dan 33%.

 

Fiscus is zeker

Nog dit: het negatieve rendement waartegen participanten in een pensioenspaarfonds de voorbije weken aankeken, wordt door de fiscus nog wat erger gemaakt. Om de anticipatieve heffing van 8% te berekenen, gaat hij ervan uit dat elke storting 4,75% heeft opgebracht, ook al is dat in de praktijk lang niet altijd het geval.

Bij een pensioenspaarverzekering wordt de anticipatieve heffing berekend op het kapitaal dat gevormd wordt met de gegarandeerde rente. De eventuele winstdeelnemingen zijn vrijgesteld.

 

 

Lees ook:

Andere tips over pensioenspaarfondsen en pensioensparen

Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief!

& ontvang tips om te besparen