Vlaamse woonlening vanaf 2,21%
Heeft u een beperkt inkomen, maar wil u toch een eigen woning verwerven? Dan is de Vlaamse woonlening misschien wel de oplossing. Er kan vanaf 1 januari 2025 al vanaf 2,21% worden geleend bij het Vlaams Woningfonds.
Het is vandaag helemaal niet makkelijk meer om met beperkte middelen nog een eigen woning te verwerven. Zeker niet omdat ook banken strenger worden in hun beoordelingen. Ze willen vaker dat kandidaat-kredietnemers zelf een behoorlijke inbreng doen.
Toch bestaat er een oplossing voor wie een bescheiden inkomen heeft en toch een eigen huis of appartement wil kopen. Hij of zij kan de Vlaamse woonlening afsluiten. Het gaat om een door de overheid gesubsidieerd sociaal krediet, dat toelaat om de volledige aankoop – dus inclusief de registratierechten en notariskosten - met een lening te betalen en tegelijkertijd de rente beperkt te houden. Er gebeurt ook een kosteloze schatting van de waarde van de woning.
Voorwaarde 1: locatie en bewoning
Aan het verkrijgen van de Vlaamse woonlening zijn wel voorwaarden verbonden. Ze moet ze afgesloten worden voor de aankoop van een pand in het Vlaams Gewest, dat hoofdzakelijk bestemd is voor bewoning. Als het ook wordt gebruikt voor een handelsactiviteit, mag die slechts een deel van het gebouw innemen.
De woning moet ook gedurende de hele duur van het krediet door minstens één van de kredietnemers worden bewoond. Ze mag dus niet verhuurd worden.
Voorwaarde 2: verkoopwaarde pand
Er zijn grenzen aan de waarde van het pand.
Voor woningen en appartementen die niet gelegen zijn in vermelde gemeenten bedraagt de maximum verkoopwaarde 287.600 euro te verhogen met 14.400 euro per persoon ten laste vanaf de derde persoon ten laste. Per kind van de referentiepersoon dat op de referentiedatum bij het aangaan van het krediet minder dan zes jaar oud is, wordt het bedrag bijkomend met 14.400 euro verhoogd.
Voor woningen en appartementen die gelegen zijn in vermelde gemeenten bedraagt de maximum verkoopwaarde 316.300 euro te verhogen met 15.900 euro per persoon ten laste vanaf de derde persoon ten laste. Per kind van de referentiepersoon dat op de referentiedatum bij het aangaan van het krediet minder dan zes jaar oud is, wordt het bedrag bijkomend met 15.900 euro verhoogd.
Voor woningen en appartementen die gelegen zijn in vermelde gemeenten bedraagt de maximum verkoopwaarde 345.100 euro te verhogen met 17.300 euro per persoon ten laste vanaf de derde persoon ten laste. Per kind van de referentiepersoon dat op de referentiedatum bij het aangaan van het krediet minder dan zes jaar oud is, wordt het bedrag bijkomend met 17.300 euro verhoogd.
Voor sociale koopwoningen die gelegen zijn in vermelde gemeenten bedraagt de maximum verkoopwaarde 316.300 euro, te verhogen met 15.900 euro per persoon ten laste. Per kind van de referentiepersoon dat op de referentiedatum bij het aangaan van het krediet minder dan zes jaar oud is, wordt het bedrag bijkomend met 15.900 euro verhoogd.
Voor sociale koopwoningen die gelegen zijn in vermelde gemeenten bedraagt de maximum verkoopwaarde 345.100 euro te verhogen met 17.300 euro per persoon ten laste vanaf de eerste persoon ten laste. Per kind van de referentiepersoon dat op de referentiedatum bij het aangaan van het krediet minder dan zes jaar oud is, wordt het bedrag bijkomend met 17.300 euro verhoogd.
Voor sociale koopwoningen die niet gelegen zijn in vermelde gemeenten bedraagt de maximum verkoopwaarde 287.600 euro te verhogen met 14.400 euro per persoon ten laste vanaf de eerste persoon ten laste. Per kind van de referentiepersoon dat op de referentiedatum bij het aangaan van het krediet minder dan zes jaar oud is, wordt het bedrag bijkomend met 14.400 euro verhoogd.
Voorwaarde 3: inkomen
Maar niet alleen voor de verkoopwaarde van het pand gelden maxima. Dat is ook het geval voor de inkomsten van de kredietnemers.
Voor woningen en appartementen die gelegen zijn in vermelde gemeenten is dat voor een alleenstaande zonder personen ten laste 49.263 euro, voor een alleenstaande persoon met een handicap die geen andere personen ten laste heeft 54.181 euro en voor alle anderen 73.886 euro te vermeerderen met 4. 919 euro per persoon ten laste. Een ernstig gehandicapt kind telt voor 2 personen ten laste.
Voor woningen en appartementen die niet gelegen zijn in vermelde gemeenten is dit voor een alleenstaande zonder personen ten laste 47.024 euro, voor een alleenstaande persoon met een handicap die geen andere personen ten laste heeft 51.719 euro, en voor alle anderen 70.528 euro te vermeerderen met 4.696 euro per persoon ten laste.
Op welke tarieven kunt u rekenen?
Het tarief van de woonlening hangt af van het inkomen van de kredietnemer. Hoe hoger het inkomen, hoe duurder de lening. Een overzicht van de tarieven vindt u hier.
Alleenstaanden zonder kinderen met een netto belastbaar inkomen tussen 11.767 euro en 40.934,06 euro kunnen al lenen tegen 2,21 procent. Gaat het om een pand dat in een gemeente in de zogenaamde cluster 1 is opgenomen, dan geldt dit voor inkomens tot 38.345,40 euro. In een gemeente uit de zogenaamde cluster 2 stijgt dat verder tot 40.934,06 euro. Voor mensen met kinderen ten laste liggen de maxima hoger. Voor mensen met een hoger inkomen, gelden hogere tarieven.
Tip: Komt u niet in aanmerking voor de Vlaamse woonlening? Kijk dan hier bij welke banken u de beste voorwaarden krijgt.
- Vlaamse Woonwaarborg niet van start op 1 januari 2025
- Blijven huren of toch kopen?
- Het kan weer: tot 1% korting op de rente voor uw nieuwe woonlening
Andere tips over woonleningen
Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.