Opkuisoperatie zorgt voor verdwijnen veertigtal spaarformules

4 augustus 2024

Eind vorig jaar boden de banken in ons land nog 119 spaarformules aan. Vandaag zijn het er nog een tachtigtal. De beperking moet ertoe leiden dat de verschillende aanbiedingen makkelijker te vergelijken zijn, wat de consument moet helpen in zijn zoektocht naar het hoogste rendement.

Sinds begin juli mag elk bankmerk in ons land nog vier klassieke spaarrekeningen aanbieden. Het gaat om spaarrekeningen die voldoen aan de regels om een vrijstelling te krijgen op de eerste schijf van 1.020 euro aan intresten per spaarder en per jaar.

Een aantal banken moest daardoor de voorbije maanden wieden in zijn aanbod. Een duidelijk voorbeeld was de kleine CPH Bank; Zij had alleen al voor jongeren drie boekjes: een boekje voor klanten tot 3 jaar, een boekje voor klanten tussen 3 en 12 jaar en een boekje voor klanten van 12 tot 26 jaar. Nadien konden ze overstappen op een gewoon spaarboekje. Voor alle boekjes hanteerde de bank ook twee tarieven: een tarief tot 10.000 euro en een tarief voor hogere bedragen.

Sindsdien is dat een stuk eenvoudiger geworden. Er blijven nog een boekje voor klanten tot en met 11 jaar, een boekje voor klanten tot en met 25 jaar en een klassiek boekje over. Bovendien verdwenen de verschillende vergoedingen in functie van het bedrag per boekje.

Op 1 juli boden 28 banken of bankmerken daardoor nog 83 formules aan, gespreid over 78 rekeningen. Vijf banken/merken boden immers een rekening aan met twee rendementsformules, waarbij de basisrente en de getrouwheidspremie afhankelijk zijn van schijven met verschillende bedragen.

A, B en C

Daarnaast moeten de banken hun spaarrekeningen nu onderbrengen in een van de drie categorieën: A, B of C.

Er zijn nu 37 rendementsformules van categorie A. Dat zijn de ‘klassieke’ spaarrekeningen die combinaties van een basisrente en een getrouwheidspremie aanbieden, zonder er andere voorwaarden aan te koppelen. De basisrente geldt voor elke dag dat een bedrag op de rekening staat, de getrouwheidspremie komt daar bovenop voor gelden die een jaar lang ongewijzigd worden behouden.

Voorts zijn er 25 rendementsformules van categorie B. Dat zijn de spaarrekeningen met bedragsvoorwaarden. Dat betekent dat de voorwaarden gelden tot een bepaald maximumbedrag of vanaf een bepaald minimumbedrag.

En er zijn 7 rendementsformules van categorie C. Dat zijn de spaarrekeningen die gekoppeld zijn aan een leeftijdscategorie, bijvoorbeeld jongeren.

Ten slotte zijn er 14 rendementsformules voor ‘huurwaarborgrekeningen’ en spaarrekeningen met ‘derdenbeding’ die niet meegeteld worden in het maximum van vier rekeningen/rendementsformules per instelling. Bij een rekening met derdenbeding spaart een grootouder bijvoorbeeld voor een specifiek kleinkind.

Onder het maximum

Opmerkelijk is dat slechts een derde van de banken of bankmerken de consument vandaag het maximum aan vier spaarformules aanbiedt. Bij één op de drie instellingen is het aanbod trouwens beperkt tot één enkele spaarrekening.

Verschraling of zegen?

Is die terugval van zowat 30% in het aantal spaarrekeningen nu een verschraling van het aanbod en een rem op de innovatie? Op zich hoeft het dat niet te zijn. Spaarrekeningen zijn in essentie bestemd voor gelden die spaarders beschikbaar willen houden voor (potentiële) grote uitgaven op korte termijn. Wie gelden op langere termijn wil parkeren, heeft alternatieven die meer opbrengen.

Tegelijk zorgde de operatie voor een ’opkuis’. Een aantal banken schrapte de spaarrekeningformules die ze niet meer actief aanboden, maar waar wel nog geld opstond, meestal tegen een beperkte vergoeding voor de spaarder. Daarbij profiteerden ze van het feit dat een aantal spaarders geen inspanningen doet om een betere vergoeding te krijgen.

Tip: Hier vindt u een overzicht van alle spaarrekeningen die in ons land worden gecommercialiseerd.