228, 26207
Contact

Betaalt de kredietnemer het gelag voor de hoge tarieven op termijnrekeningen?

Betaalt de kredietnemer het gelag voor de hoge tarieven op termijnrekeningen

De Belgische banken maakten mekaar deze zomer het leven zuur met hoge tarieven op termijnrekeningen om zoveel mogelijk van de vrijgekomen miljarden van de Van Peteghem-staatsbon naar zich toe te trekken. Daardoor moeten ze de komende maanden en jaren een hogere rente betalen op de aangetrokken gelden. Gaan ze dat nu recupereren door hogere rentes te vragen op hun leningen?

Banken hebben een transformatiefunctie. Dat betekent dat ze gelden aantrekken bij spaarders om dat vervolgens weer uit te lenen aan wie wil investeren of wie tijdelijk een geldbehoefte heeft. Het verschil tussen de intrest die ze betalen aan hun spaarders en de intrest die ze vragen aan de kredietnemers is hun rentemarge.

Bij KBC bedroeg de rentemarge in de eerste jaarhelft 2,10%. Bij ING was dat 1,86%. Bij Belfius 1,42% en bij Argenta 1,23%. Dat zijn behoorlijke verschillen en daar is ook een reden voor. KBC telt in zijn resultaten ook zijn activiteiten in Centraal-Europa mee en daar liggen de rentemarges hoger dan in België. Belfius en Argenta houden het sparen en het lenen dan weer dichter bij huis.

De rentemarge is een van de belangrijkste inkomstenbronnen van een bank, naast bijvoorbeeld commissielonen op beleggingsproducten en verzekeringen. Daarom bewaken de banken die goed. Als ze meer intrest moeten betalen op het aangetrokken spaargeld, leidt dat doorgaans tot duurder krediet.

Hoge tarieven

De Belgische banken stellen al lange tijd dat ze de rente op woonleningen in ons land laag kunnen houden omdat ze vrij goedkoop spaargeld kunnen aantrekken. Dat komt vooral door de fiscale vrijstelling van de eerste schijf aan intresten op spaarboekjes. Bankiers moeten daardoor minder rente uitkeren, terwijl de spaarder toch een hogere netto-opbrengst op zijn spaargeld krijgt.

Diverse financiële instellingen gaven eind augustus, begin september echter hoge tarieven op hun termijnrekeningen, wat heel wat gelden van de goedkope spaarboekjes naar duurdere formules deed vloeien.  ING zette de toon. Andere banken volgden, al was dat allerminst van harte. “Wij bieden nu een rente van 3,80%, terwijl op de interbancaire markt banken onderling aan elkaar lenen tegen 3,10%”, zei financieel directeur Johan Vankelecom van Belfius toen.

Met de hoge rentes wilden de banken de miljarden terughalen die ze een jaar eerder zagen afvloeien naar de staatsbon. Toen verkaste bijna 22 miljard euro aan spaargeld naar de overheid. Dat was dus geld dat de banken niet meer konden inzetten om uit te lenen en waardoor ze ook rente-inkomsten misliepen.

Tip: Kijk hier welke tarieven banken momenteel nog bieden op hun termijnrekeningen

Dat terughalen van spaargelden lukte ook. Slechts 400 miljoen euro van de vrijgekomen gelden werden opnieuw in staatsbons geïnvesteerd. Meer dan 21 miljard euro vloeide terug naar de banken.

Worden leningen duurder?

Betekent dat nu dat de rente op woonleningen duurder gaat worden? In theorie zou dat zo zijn, maar het antwoord is wellicht genuanceerder. Kijk maar naar de evolutie van de rente op woonleningen. Volgens de rentebarometer van Immotheker is het gemiddelde tarief voor leningen met vaste rente op 20 jaar gezakt tot 3% indien de kredietnemer hoogstens 80% van de waarde van zijn pand leent. Dat is 0,67% minder dan een jaar geleden. Bovendien zit het onder de tarieven die diverse banken begin september nog gaven.

Tip: Kijk hier welke aanbiedingen de banken recentelijk deden op hun woonleningen

Hoe kan dit? Ten eerste zijn woonleningen verbintenissen op lange termijn. De hoogste rentevoeten die de banken in september op hun termijnrekeningen boden, waren dan weer voor looptijden op zes maanden en een jaar. Na afloop daarvan zullen de banken wellicht lagere tarieven geven. Die trend is trouwens al ingezet. Het hoogste tarief voor een termijnrekening op 1 jaar bedraagt momenteel nog 3,35% bij Izola Bank en 3,10% bij Europabank. Rond de vervaldag van de kasbon was dat nog 3,80% of zelfs 4,00%.

Ten tweede vloeide er de maanden voordien nog extra geld naar spaarrekeningen en zichtrekeningen – goedkoop geld voor de banken – omdat veel spaarders hun gelden daar tijdelijk parkeerden in afwachting van goede aanbiedingen in september. In het tweede kwartaal stegen de inlagen op zichtrekeningen met 4,2 miljard euro, die op spaarrekeningen dikten met 4,8 miljard euro aan.

En drie: waar moeten de banken met de teruggehaalde miljarden aan spaargeld nu naar toe? Parkeren bij de centrale bank, die haar rentevoeten intussen heeft verlaagd? Of zoeken naar kredietnemers? Een hoger aanbod aan beschikbaar geld bij de banken kan de rente voor kredietnemers drukken.

Tip: Hier vindt u een overzicht van de tarieven die banken momenteel op hun spaarrekeningen bieden

De les van Argenta

Misschien liggen de tarieven op kredieten nu iets hoger dan ze zouden geweest kunnen zijn zonder de hoge rente op termijnrekeningen, maar wellicht betaalt de kredietnemer niet de hele factuur. Een deel komt ook terecht bij de aandeelhouders van de banken, die minder winst zullen overhouden.

Wat Argenta overkwam, is hiervoor het beste bewijs. De instelling boekte in de eerste zes maanden 160 miljoen euro nettowinst, 10% minder dan de 178 miljoen euro uit dezelfde periode vorig jaar. De bank counterde de uitgifte van de staatsbon (brutorente 3,30%, nettorente 2,805% door roerende voorheffing van slechts 15%) toen met een termijnrekening die 4,01% bruto of 2,81% netto (roerende voorheffing van 30%) opbracht. De kostprijs daarvan kwam deels in de rekeningen van de bank van de eerste jaarhelft terecht.

De Antwerpse bank is hiermee trouwens niet alleen. Topman Michael Anseeuw van BNP Paribas waarschuwde er eveneens al voor dat het opbod rond de staatsbon de winstgevendheid van de banken onder druk zette.

 

 

Lees ook:

Andere tips over spaarrekeningen, termijnrekeningen en woonleningen

Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief!

& ontvang tips om te besparen