Is een eigen huis wel de beste vorm van pensioensparen?
Het investeren in een eigen woning wordt vaak gezien als de beste vorm van pensioensparen. Naast het uitsparen van huuruitgaven biedt ze namelijk nog uitzicht op een meerwaarde. De voorbije jaren zijn de prijzen van de huizen immers stelselmatig gestegen. Maar geldt dat ook voor uw woning? Hoe groot is het rendement op uw investering?
Meer- of minwaarde
Als zoveel mensen het doen, moet het wel juist zijn. Liefst 72% van alle Belgen woont in zijn eigendom. Bij een aantal van hen is die afbetaald. Anderen hebben er nog steeds een lening voor lopen, maar eens die afgelopen is, vallen ook voor hen de maandelijkse lasten weg.
Het hebben van een eigen woning wordt dan ook gezien als een goede investering. Maar is dat wel zo? Welk rendement haalt u ermee? Maak alvast zelf eens de berekening.
Bij de berekening van het rendement van de investering in uw eigen woning start u met het schatten van de huidige waarde ervan. Surf daarvoor eens door het aanbod immozoekertjes en ga op zoek naar vergelijkbare panden en gronden in uw buurt. Verlaag vervolgens de prijs met zowat 10 procent om van een vraagprijs te komen tot de effectieve (verkoop)waarde, de prijs die u echt zou krijgen mocht u moeten verkopen.
Van de huidige waarde trekt u dan de prijs af die u er zelf voor betaald heeft. Dat is ofwel de aankoopprijs, ofwel de kostprijs van de bouwgrond plus de bouwkosten. Hou daarbij ook rekening houdt met extra kosten van bijvoorbeeld notaris en registratierechten. Op die manier hebt u de meer- of minwaarde.
Hou rekening met inkomsten en kosten
Maar hiermee is de rekening niet af. Aan de plus-kant moet u de inkomsten toevoegen die u de voorbije jaren heeft genoten. Heeft u de woning verhuurd, dan zijn dat de ontvangen huursommen. Gaat het om de woning waarin uzelf woont, dan gaat het om de besparing die u realiseerde omdat u niet hoefde te huren.
Aan de min-kant staan dan weer de betaalde belastingen en onderhouds- of herstellingskosten. Voorts moet u hier ook de financieringskosten bijtellen. Heeft u geleend, dan rekent u hier de intrestlasten bij. Of toch minstens deels. Wie een hypothecair krediet had, genoot wellicht van het fiscaal voordeel van een belastingvermindering, wat de echte kostprijs van uw lening verlaagde. Heeft u niet geleend, dan telt u een (lagere) fictieve intrest bij. U moest dan wel geen intrest betalen aan de bank, maar door te investeren in een woning kon u het geld intussen niet beleggen en misliep u rente op bijvoorbeeld spaar- of termijnrekeningen. En ten slotte moet u de belastingen die u als eigenaar heeft in rekening brengen.
Hou rekening met de inflatie
Als u de hele oefening helemaal correct wil doen, moet u ook rekening houden met de inflatie en dus zou u alles aan de hand van de indexcijfers in euro's van vandaag moeten omzetten. Wat u in 1996 met 150.000 euro kon kopen, kost vandaag al 220.000 euro. Actualiseren heet zoiets. Hoe langer het tijdsperspectief, hoe zwaarder de gevolgen.
Zoek de goedkoopste woonlening
Gelooft u in het potentieel van een investering in een eigen woning, dan kunt u via de vergelijkingspagina's van Spaargids.be op zoek gaan naar de goedkoopste woonlening en bijhorende schuldsaldoverzekering.
Lees ook:
- Hello bank! pakt uit met woonlening tegen 1,40%
- Hoeveel leent de Belg voor zijn woning?
- Is het interessant om een deel van de lening vervroegd af te lossen?
- Vivium biedt woonlening op veertig jaar aan
- Het kan weer: tot 1% korting op de rente voor uw nieuwe woonlening
- Vlaamse Woonwaarborg niet van start op 1 januari 2025
Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.