Hoe verhoogt u als zelfstandige uw pensioen?
Een van de grootste bekommernissen van zelfstandigen blijft hun sociaal statuut: de minder goede opvang bij ziekte en het beperkte pensioen. Wat dit laatste betreft, kunnen ze wel een deel opvangen via een aantal pensioenspaarformules, die vaak nog eens fiscaal ondersteund worden.
Het aantal zelfstandigen in ons land zit al een tijdje in de lift. Eind vorig jaar waren ze al met 1.230.419. Het ging om 795.291 mannen en 435.128 vrouwen. 766.359 mensen waren zelfstandig in hoofdberoep, 313.530 in bijberoep.
Velen kiezen voor de vrijheid, om hun eigen baas te zijn. Maar ze zitten ook met zorgen, onder meer over hun pensioen.
Als principe voor de opbouw van een pensioen geldt dat hoe hoger het inkomen tijdens de beroepsloopbaan is, hoe hoger het pensioen zal zijn. Ook voor zelfstandigen is dat het geval. Maar hier speelde lang een correctiecoëfficiënt. Hun inkomsten telden maar voor 69% mee voor de berekening van het pensioenbedrag. Met andere woorden: voor eenzelfde inkomen kreeg een zelfstandige bijna een derde minder pensioen dan een werknemer.
Voor de loopbaanjaren sinds 2021 werd deze correctiecoëfficiënt opgeheven. Daardoor krijgen zelfstandigen nu ook uitzicht op een hoger pensioen.
Toch blijft het voor hen interessant een bijkomend pensioen op te bouwen, wat via diverse formules kan. Een overzicht.
Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ)
Een VAPZ is de meest gekozen manier voor zelfstandigen om een extra pensioenkapitaal op te bouwen. Dat gebeurt via stortingen in een tak21-spaarverzekering. De zelfstandige verdient daarop een gewaarborgde rente. Daarnaast wordt jaarlijks bekeken of hij bovenop die basisvergoeding nog een winstdeelneming kan krijgen. Dat is het geval als de verzekeraar de stortingen met winst kan herbeleggen op de financiële markten en zijn resultaten dat toelaten.
Zelfstandigen mogen er dit jaar hoogstens 8,17% van hun beroepsinkomsten van drie jaar geleden aan besteden, met een absoluut maximum van 3.447,62 euro.
Wie kiest voor een sociaal VAPZ, waarbij naast de spaarformule ook uitkeringen voorzien zijn bij arbeidsongeschiktheid, kan dat verhogen tot 9,40%, met een maximum van 3.966,67 euro.
De stortingen voor een VAPZ kunnen worden afgetrokken van het inkomen en geven dus een belastingbesparing tegen het hoogste tarief waarin dat valt. Door de aftrek verlaagt bovendien ook de basis waarop nadien de sociale lasten berekend worden, wat het rendement ervan extra verhoogt.
Tip: Hier vindt u de beste aanbiedingen voor een VAPZ
Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ)
Een andere manier om een extra pensioenkapitaal op te bouwen, is een POZ. Ze geldt voor zelfstandigen die zonder vennootschap werken en die dus niet de mogelijkheid hebben om te genieten van een groepsverzekering.
Ook hier gebeurt dat door te storten in een tak21-spaarverzekering. Aan de stortingen voor deze formule is een belastingvermindering van 30% gekoppeld.
Let wel: bij deze formule moet u rekening houden met de 80-procentregel op de pensioenen. Uw totale pensioenopbouw (wettelijk én aanvullend pensioen) mag niet meer bedragen dan 80% van uw inkomen.
Om het bedrag te berekenen dat u kan storten, wordt naar het gemiddelde inkomen van de laatste drie jaren gekeken.
Tip: Hier vindt u de beste aanbiedingen voor een POZ
Individuele Pensioentoezegging (IPT)
Een Individuele Pensioentoezegging is dan weer een spaarformule voor zelfstandigen met een vennootschap, waarbij die laatste voor het pensioen van haar bedrijfsleider spaart. Ook dat gebeurt via een tak21-spaarverzekering. De stortingen zijn fiscaal aftrekbaar voor het bedrijf.
Let wel: ook de IPT wordt beperkt door de 80%-regel. Die stelt dat het wettelijk en het aanvullend pensioen samen niet hoger mogen liggen dan 80% van uw laatste ‘normale’ inkomen. Bedragen die boven dit plafond zouden worden gespaard, geven voor de vennootschap geen recht op een fiscale aftrek. Laat uw boekhouder dus berekenen hoeveel u kunt besteden aan het IPT.
Tip: Hier vindt u de diverse aanbiedingen voor het beheer van een IPT
Het klassieke pensioensparen
Net als iedere andere Belg tussen 18 en 64 jaar kunnen ook zelfstandigen een pensioenkapitaal opbouwen via het klassieke pensioensparen. Het bedrag dat ze jaarlijks kunnen storten voor is beperkt. In 2022 bedraagt het gewone maximum 990 euro. Daarnaast is er een verhoogd maximum van 1.270 euro. Wie opteert voor dit laatste, moet dat expliciet aanvragen aan zijn bank of verzekeraar.
Wie een bedrag tussen 0 euro en 990 euro stort, heeft recht op een belastingvermindering van 30% op de gestorte bedragen. Wie tussen 990 euro en 1.270 euro stort, geniet van een belangvermindering met 25%.
Wie aan pensioensparen doet via een pensioenspaarfonds bij een bank laat zijn jaarlijkse storingen beleggen in een fonds met aandelen en obligaties. Bij een positieve evolutie van de beurs levert dat een mooi rendement op, bij een negatieve evolutie kan het ook tot verliezen lijden.
Wie voor zekerheid wil gaan, kan kiezen om aan pensioensparen te doen via een tak21-spaarverzekering bij een verzekeringsmaatschappij. In dat geval krijgt de spaarder een gegarandeerde basisrente met daar bovenop eventueel nog winstdeelnemingen voor de jaren dat de herbelegging van zijn storting door de verzekeraar meer opbracht en zijn resultaten dat toelaten.
Tip: Hier vindt u de beste aanbiedingen van pensioenspaarfondsen via een bank
Tip: Hier vindt u de beste aanbiedingen van pensioenspaarverzekeringen via een verzekeraar
Langetermijnsparen
Ook het klassieke langetermijnsparen is zowel voor zelfstandigen als voor anderen. En ook hier gebeurt dat via een tak21-spaarverzekering.
Het bedrag dat gespaarde kan worden, hangt af van het netto belastbaar beroepsinkomen. Het bedraagt 172,80 euro + 6% van dat beroepsinkomen. Wie een netto belastbaar inkomen heeft van 28.000 euro kan dus 1.852,80 euro storten. Er is wel een absoluut maximum van 2.350 euro voor 2022. Dat komt overeen met een inkomen van minstens 35.620 euro.
De stortingen voor het langetermijnsparen leveren een belastingvermindering op van 30%. Wie het maximum van 2.350 euro kan storten, moet dus 705 euro minder belastingen betalen.
Let wel: het langetermijnsparen valt in dezelfde korf als die van de kapitaalaflossingen van een krediet voor een tweede of derde woning en de premies van een schuldsaldoverzekering. Is de korf van 2.350 euro hiermee al gevuld, dan levert het langetermijnsparen geen extra belastingvermindering meer op. Algemeen wordt dan ook geadviseerd hiermee te wachten tot na de afbetaling van uw leningen.
Tip: Bekijk hier de rendementen voor het langetermijnsparen
Kies de juiste volgorde
Bent u zelfstandige en wil u zoveel mogelijk fiscaal voordeel halen uit uw inspanningen om een extra pensioenkapitaal aan te leggen, dan kiest u best eerst voor het maximaal benutten van een VAPZ. Die stortingen leveren u namelijk een fiscaal voordeel op tegen het marginale tarief, dat is het tarief waarin de hoogste schijf van uw inkomen valt. Dat is vrij snel 45%. Bovendien verlaagt de fiscale aftrek ook uw belastbaar inkomen, waardoor u ook nog eens minder sociale lasten moet betalen.
Een POZ biedt u dan weer de mogelijkheid om meer te sparen U moet alleen zorgen niet in de problemen te komen met de 80%-regel.
Versmaad ook de mogelijkheden van het langetermijnsparen niet. Dit is een formule waarmee u ook na uw 65ste kunt blijven sparen. Hou wel rekening met de beperkingen als u die combineert met de fiscale voordelen van een lening voor een tweede of derde woning.
- Waarom laat spaarder hoogste rendement in niet-staatsbontijden links liggen?
- Argenta past tariefzones voor professionele termijnrekeningen aan
- Na twee dagen haalt staatsbon 153 miljoen euro op
Log in om reacties to posten. Geen login? Registreer u hier.